De ik-figuur werkt in Grenoble en krijgt een telefoontje dat ze met spoed terug moet komen naar Italië, omdat er iets met haar zusje is gebeurd. Adriana ligt in coma in het ziekenhuis met diverse botbreuken. Na ongeveer twee weken ontwaakt ze uit haar coma.
Tijdens deze twee weken volgen we de ik-figuur. Dankzij flashbacks krijgen we een goed beeld van het leven van de twee zussen en hun onderlinge relatie. Doordat deze terugblikken niet in chronologische volgorde komen, wordt de spanning opgebouwd: in eerste instantie weten we niet met wie er iets is gebeurd, vervolgens weten we niet wat er precies met Adriana is gebeurd, en op het moment dat dit duidelijk wordt, wordt het ook onmiddellijk weer in twijfel getrokken. Hetzelfde geldt voor de relatie tussen de ik-figuur en Piero. We horen al snel dat ze zijn gescheiden, maar pas veel later waarom. Ook een hartverscheurende scène trouwens…
Het is sowieso een boek dat vertelt over diepe gevoelens, verlangen naar liefde. De personages komen echt tot leven: niet alleen de hoofdpersoon, maar ook Piero, Adriana, de ouders… De stijl is evenwichtig, gedoseerd, wordt nergens larmoyant. Het contrast tussen de twee zussen is groot, maar desondanks kunnen ze elkaar met geen mogelijkheid loslaten. Een mooi, ontroerend boek.
Dit boek is in feite een vervolg op Teruggeworpen, dat ik in 2017 voor Serena Libri vertaalde. Mijn zusje en de zee is een zelfstandige roman, maar mocht je ook Teruggeworpen hebben gelezen: dat geeft wel een extra gelaagdheid aan het verhaal. Maar je kunt ook probleemloos eerst Mijn zusje en de zee lezen, en daarna Teruggeworpen.