Alleen is het vandaag buiten guur en koud, echt een dag om diep onder de dekens weg te kruipen, maar ja… die deadline: over tien dagen moet ik een boekvertaling inleveren. Dus eruit, ontbijt, even snel de krant doornemen, vlug een wasje in de wasmachine en aan de slag. Een blik op mijn telefoon vertelt me dat het mijn beurt is om een blog voor ons Netwerk Vertalers Italiaans in te leveren. Hm, oké, waar zal ik het eens over hebben? Ik parkeer het even, want… deadline.
Om half negen gaat de bel: de buurvrouw. Of ik toevallig twee keer de krant hebben gekregen? Nee, maar ze mag de mijne meenemen, want ik ga nú aan het werk. Ting, een appje van een van mijn collega’s van de ITV, de Hogeschool voor Tolken en Vertalen, waar we allebei lesgeven: een vraag over tarieven en facturatie. Meteen maar even een antwoord tikken en dan kruip ik achter mijn computer. (Iets wat voor Italianen volstrekt onlogisch is: wat moet je in vredesnaam achter je computer, je kunt er toch veel beter voor gaan zitten? Daar hebben ze zeker een punt!)
Ik werk een paar uur geconcentreerd aan mijn boekvertaling: ik ben bezig met de een na laatste en voor mij ook mooiste fase. Na versie één en versie twee en versie zoveel is dit de versie waarin alles op zijn plaats lijkt te vallen. De laatste knelpunten worden opgelost, ik kijk of ik eventueel nog vragen heb voor de schrijver. De telefoon gaat maar één keer: een telefonische tolkopdracht in verband met een asielaanvraag.
Na de lunch komt een Italiaanse vriend van ons langs. Dat doet hij regelmatig, vooral om zijn Nederlands te oefenen. We hebben elkaar zeker twee maanden niet gesproken, dus genoeg te bepraten. Toch zet ik hem na vijf kwartier buiten, want ja… deadline, hè. Nog één keer een telefonische tolkopdracht, dit keer betreft het een positieve coronatest, maar verder kan ik rustig doorwerken. Uiteraard hangt ook de was inmiddels te drogen.
’s Avonds werk ik nog even door om dat ene hoofdstuk afronden. Ik doe een paar facturen de deur uit en concludeer dan rond een uur of tien voldaan dat ik toch echt het leukste beroep ter wereld heb.